''J. Kessels :The novel'' door P.F. Thomése

J. Kessels : The novel
P.F. Thomése 

Zakelijke gegevens
Titel : J.Kessels: The novel
Auteur : P.F. Thomése
Uitgegeven : 2009
Taal : Nederlands
Genre : Bildungsroman, avonturenroman, psychologische roman
Bladzijdes : 220


Mijn mening
Ik had voor dit boek gekozen omdat het me een komisch boek leek. Echter, toen ik begon met lezen bleek het ook op bepaalde delen erg vunzig te zijn. Er komt veel onzinnige praat in het boek voor en er is weinig diepgang. Misschien komt dat gewoon door de keuze van het onderwerp. Het is dus niet een boek wat ik aan iemand zou aanraden, toch is het wel een goed boek voor de afwisseling. Dit komt doordat het boek anders is dan de meeste boeken die op de leeslijst staan.

Samenvatting
- Part One”: Een vreemd effect
 De verteller wordt benaderd door een man uit zijn verleden. Hij heet (Berend) Bertje de Braaij en zijn familie bezat een snackbar waarin vooral vette frieten en frikadellen werden geserveerd. (de cafetaria Van Vroeger) Ook heeft hij een heel levendige herinnering aan de geile Birgit de Braaij (B.B.) Ze stond met haar heerlijk uitstekende billen voorde jukebox te heupwiegen en bij dat beeld heeft hij jarenlange erotische fantasieën gekoesterd. Berend wil de verteller een opdracht laten vervullen in Duitsland en hij vraagt ook of zijn vriend J. Kessels hem daarbij wil helpen. Die heeft nogal wat expertise op het Duitse terrein. Die wil wel mee en in een Toyota Kamikaze ondernemen ze de reis. (Thomèse, Kessels en Berend) Onderweg wordt veel harde en vooral Amerikaanse muziek gedraaid door Kessels. Dan volgt er ook werkoverleg: de mannen moeten een naar Hamburg gevluchte Bredanaar (Nac-fan) terughalen naar Nederland. Die is bekend in de pornowereld. Hij heet Perry Boone. Ook onderweg moet de verteller steeds terugdenken aan de geile zuster van Berend.

- Part Two: Kutstank in Sankt Pauli
De verteller en Kessels nemen hun intrek in een derderangshotel in de hoerenbuurt van Hamburg (Reeperbahn)Berend wil daar niet logeren en neemt een ander hotel. De twee mannen gaan zich in de hoerenbuurt vermaken en komen in een parkeergarage terecht waar ze door hoeren kunnen worden “genomen” in een aantal klaarstaande Opel Kadetjes. Thomèse krijgt een betalingsprobleem met de hoer en dus ook met haar pooier (een Turk) Uiteindelijk betaalt hij 30 euro voor een potje neuken dat hij niet voltooide. Kessels weet alles van Duits voetbal en ze zijn op zoek naar een Nac-fan die ook naar het voetbal in Hamburg zal zijn gegaan. Dat moet dan de bizarre hoerenclub Sankt Pauli zijn die midden in de hoerenbuurt ligt. Het is een bizarre vertoning: er is werkelijk een heel hoerenvak, waar de hoeren slipjes en bh’s op het veld gooien en er allerlei erotische handelingen op het tribunevak worden vertoond. Een Duitse supporter geeft aan dat hij niet meer met zijn zoontje naar het voetballen kan. De wedstrijd zelf is een parodie op voetbal: een dj speelt keiharde muziek . Dan zien ze ineens in dat vak de gezochte NAC-supporter. Ze waarschuwen Berend die met de hulp van een Duitse steward de man van de tribune aalt. Ze boeien hem. Wanneer Kessels en de verteller naar hun Toyota lopen, zien ze dat er een dode Turk in de kofferbak ligt. Het is de Turk die ze hebben ontmoet in de parkeerkelder.

- Part Three : Volle bak
Daarna halen ze Berend op met de Nac-supporter. Hij moet mee in de auto maar stribbelt wel een beetje tegen. Berend begint te zeuren dat het zo stinkt in de auto ( dat moet de dode Turk zijn) Dan blijkt dat Perry Boon de echtgenote is van zijn zus Birgit (de geile meid uit Thomèses jeugd) en lekker vreemd gaat in Hamburg met zijn lekkere hoeren. Hij is echt een beetje een pornokoning. De stank blijft en dan blijkt dat Perry in zijn broek gescheten te hebben. Berend moet hem gaan verschonen en zo krijgen Kessels en Thomèse de mogelijkheid om net te doen alsof het lijk door “Polen” in de kofferbak is gelegd. Of is de NAC-man schuldig aan de dood? Boone is naar een hoer geweest in Hamburg en Berend de Braaij vindt dat zijn kutzwager dat niet moet doen. In opdracht van zijn zus gaat hij hem dus terughalen. Ook onderweg denkt de verteller steeds terug aan de geile, heupwiegende billen van Birgit, zoals ze voor hem bewoog in de snackbar van haar ouders. Dat is inmiddels toch wel een jaar of dertig geleden. Hij maakt ook steeds opmerkingen over het schrijverschap van hemzelf en dat zorgt voor een zeker “Verfremdungseffekt”.

- Part Four: 
De merkwaardige thuiskomst van de hete burrito in de cafeteria van vroegerZe komen weer in Nederland en ze rijden meteen door naar Breda, waar Perry Boone woont. De verteller ontmoet sinds jaren de door hem begeerde Birgit: ze leveren Perry af die overhoop wordt gescholden door het viswijfachtige lijf van Birgit. Die heeft bovendien een al even uitdagende dochter Birgit 2 (Silleke) die net zo geil heupwiegend door het leven gaat als haar moeder vroeger. Kessels voelt zich tot de jonge meid aangetrokken en Birgit maakt werk van Thomèse. Nu het begeerde doel zo onder hand -en gulpbereik is, wil die echter niet meer zo graag als vroeger tijdens zijn fantasie. De twee vrouwen laten de schrijver zijn boeken signeren. Dan blijven de vrouwen hen opgeilen en ze krijgen ook nog eens vette snacks (frikadellen – de berenlullen) toegediend. De dode Turk is inmiddels in de groencontainer verdwenen en Berend vertelt dat Perry Boon de dode Turk in hun auto heeft gelegd. Hij vertelt van een crime passionel, want de hoer uit de parkeerkelder was het lievelingetje van de Turk die haar had veroverd. Daarom moest die dood. Boone had haar in de kelder “genomen.” Zo wil Bert alles in de schoenen van anderen schuiven. Wanneer de twee B.B.’s de mannen maar blijven opgeilen, wordt Thomèse het ineens zat. Hij zet het op een lopen en rent naar de auto. B.B. werpt zich nog op de motorkap, maar ze zijn onverbiddelijk. Ze rijden over de hond van Boone en gaan dan op weg naar Tilburg. Kessels geeft aan dat het jonge meisje helemaal niets voor hem is en dat hij meer op de oudere Birgit geilde. Dan komen ze in Tilburg aan. Kessels geeft Thomése nog 30 euro: die had hij afgetroggeld van Berend, want die had Thomése moeten betalen voor een niet voltooid potje neuken. Kessels wil niet graag dat zijn vriend bedonderd wordt.

Bron: http://www.scholieren.com/boekverslag/67881


Recensie 1 



J. Kessels The Novel is een aanklacht tegen het kantoorleven


Door Steven de Jong
Schrijvers hebben doorgaans weinig op met het kantoorleven. Maar P.F. Thomése maakt het in J. Kessels The Novel wel heel bont. Tussen de regels door wordt de hardwerkende burger genadeloos afgezeken.
Volgens de achterflap is J. Kessels The Novel "een krankzinnig verslag van een ongeplande reis". NRC Handelsblad duidde het in maart bij uitgeverij Contact verschenen boek van P.F. Thomése als een "snackbarromance annex speurdersroman". Het Parool noemt het "een persiflage op een hard-boiled misdaadverhaal" en Vrij Nederland houdt het kortweg op "eenroad novel". Stuk voor stuk typeringen van een boek dat in wezen eigenlijk iets heel anders is, namelijk een humoristische aanklacht tegen het kantoorleven.
Die aanklacht zit 'm in het beschimpen van Berend de Bray, het stereotype van een kantoorman met een leasebak. 'Bertje', zoals hij denigrerend wordt genoemd, is eigenaar van het onderzoeksbureau De Bray & Partners en praat alsof hij van hoogglanzend promotiemateriaal voorleest. Hij huurt de hoofdpersonages P.F. Thomése en J. Kessels (in het echte leven inderdaad de auteur en zijn beste vriend) in om een vermiste ondernemer uit Breda op te sporen. Die opdracht vormt de verhaallijn, maar de boodschap van het boek halen we uit het geroddel over Berend en de zoekgeraakte ondernemer Perry Boone.
Doorvergaderde bedrijfseikel
Perry, directeur van Harico Import-Expert BV, is namelijk een "doorvergaderde bedrijfseikel waar waarschijnlijk niemand mee zat dat ie weg was". Van zulke lui heb je zo weer een nieuwe, weet Thomése. "Even de kop erop schroeven en rijden maar weer. Seriewerk." Thomése en Kessels zijn uit ander hout gesneden. Thomése is als personage ook schrijver en Kessels is een man die overal een "kuthekel" aan heeft. Eén die typische eisen stelt aan reis en verblijf. Onderweg moet er gewoon stug doorgerookt kunnen worden en het hotel moet niet al te veel poespas hebben. "Hoe lamlendiger hoe beter."
Ingekakte kantinekroket
De botsing tussen de kantoorcultuur van Berend en het zorgeloze leven van Kessels en Thomése komt het best tot uiting in het werkoverleg dat maar niet van de grond wil komen. Berends pogingen om "de te voeren strategie" te bespreken mislukken bladzijde na bladzijde. Een conference call? Met dat soort gezeik hoefde je bij J. Kessels niet aan te komen, zegt Thomése als hij door Berend wordt wakker gebeld nadat hij die nacht "door omstandigheden flink heeft doorgezopen". Met trivialiteiten als uren schrijven, planning en research willen ze niet lastig gevallen worden. "Als er tijdens de opdracht maar voldoende kan worden gezopen. Dat is zijn punt. Daar wil hij geen gezeik over, achteraf", zo verwoordt Thomése de secondaire arbeidsvoorwaarden van zijn vriend. "Wat dacht hij wel, dat stuk kantoormisère? Wist hij wel tegen wie hij het had, die ingekakte kantinekroket?"
Manuscript als onderzetter
Inderdaad, het boek is weinig lovend over wat in Haagse kringen de 'hardwerkende burger' wordt genoemd. Inwisselbaar kantoorfabricaat, vergadertijger, bedrijfsdrol, doorvergaderde bedrijfseikel; het idioom van Thomése is wat dat betreft onuitputtelijk. Heeft de schrijver misschien in het echt ook een afkeer van kantoorrituelen?
"Alles klopt. Waar gebeurd", zei Jos Kessels tegen Jeroen Vullings in Vrij Nederland. Dat is een vrijbrief om het boek van P.F. Thomése autobiografisch te behandelen. Het bewijs voor de gelijkenis tussen het personage P.F. Thomése en de schrijver P.F. Thomése vinden we in de ruzie die de auteur had met zijn voormalige uitgever Querido. Het manuscript van zijn verhalenbundel Greatest Hits (2001) had daar namelijk een jaar op de verwarming gelegen. Dienend als "onderzetter voor koffiebekertjes", zei Thomése tegen Vrij Nederland. "Ik had die verhalen met zoveel plezier geschreven, en daar verdwenen ze in de kantoorroutine van iemand die achter zijn bureau wachtte tot de vijf weer in de klok zat. 'We zijn er mee bezig', hoorde ik dan." Dat Thomése zich ook in het echte leven niet laat kisten, blijkt uit zijn uitbarsting destijds in het kantoor van Querido. Het verhaal gaat dat hij de stapels manuscripten op het bureau van redacteur Anthony Mertens, na een woordenwisseling, in één zwaai heeft weg geveegd.
Nooduitgang tekenen
Zo beschouwd kunnen we P.F. Thomése toevoegen aan het illustere gezelschap Kafka, Nescio (pseudoniem van J.H.F. Grönloh), J.J. Voskuil en Aart van der Leeuw. Schrijvers die hun frustraties over het kantoorleven van zich af hebben geschreven. Franz Kafka en Aart van der Leeuw als assurantiënklerk, J.J. Voskuil als bureauwetenschapper en J.H.F. Grönloh als procuratiehouder. "Voor de auteurs zelf vormde het geschrijf buiten kantooruren een noodzakelijke ontsnapping aan de dagelijkse kantoorsleur", stelt cultuurhistoricus Remco Ensel in zijn boek Alleen tijdens kantooruren (Vantilt, 2008). Of zoals P.F. Thomése het vorige maand in De Standaard verwoordde: "Schrijven is een nooduitgang tekenen op het bordkarton van onze werkelijkheid."



Recensie 2

J. Kessels: the novel

RECENSIE O goudgele glorietijd van de frituur

Thuisblijven is het verstandigst, dat weet iedereen, maar soms moet je er tussenuit om daar weer achter te komen.Aangestoken door films, boeken en zachtjes jankende country-muziek heeft de schrijver P.F. Thomése (1958) met zijn Tilburgse vriend J. Kessels (stoere jongens dragen slechts initialen) in een ver verleden reizen gemaakt naar het Wilde Westen en Beieren, om bier drinkend en rokend in verlopen uitspanningen de droom achterna te jagen, terwijl ze er bij elke kilometer verder van huis achter kwamen wat ze allang wisten, dat het volle leven nergens gevonden kan worden.Greatest hits (laatste editie 2004) heet de verzameling met stukken die daarvan kwamen, en waarin de Hollandse cowboys onderweg naar nergens nog een eind kwamen. Ze maakten nauwelijks iets mee, maar dat hoefde ook niet; zolang ze maar met zijn tweeën in hun aftandse wagen zaten, konden ze zich warmen aan de illusie dat ze los waren geraakt van hun ankers.En hoe droeviger de ervaringen, hoe mooier het was. Gedeelde vergeefsheid wordt immers weer iets om te koesteren. Bij een jukebox zitten in een stoffig motel, en neuriën met deuntjes over verloren liefdes, dat geeft ook beschutting. Daden, doelen en carrières, dat is iets voor de anderen, die zich bij daglicht in het zweet werken om zich brave burgers te wanen. Als vrije jongen lach je daar een beetje om. Maar hoe gaat zoiets als je een oudere jongen bent geworden? Thomése vertelt in J. Kessels : The novel dat hij wordt gebeld door een gozer van lang geleden, Bertje de Braaij, hij weet wel, wiens vader de cafetaria Van Vroeger dreef, waar P.F. ooit als jongeling zat te snacken, en te snakken, broeierig loerend naar de heupbewegingen van Bertjes zus Birgit, die zo verleidelijk kon staan flipperen?Zilveren kogels bijsturen op hun zinloze traject, begeleid door piepjes en flitsjes. O 'goudgele glorietijd van de frituur, toen we niet op een klodder mayonaise meer of minder hoefden te kijken, toen alles er in overvloed was en dus nog rustig verknoeid kon worden'. Toen je nog iets te dromen had, ga je later denken, tegen beter weten in - maar beter weten is iets voor de anderen. Bertje heeft de boeken van Thomése gelezen, en vraagt hem om een gunst: er is een kerel zoek, Perry Boone, een zakenman, tevens de Bredase voorzitter van de Hollandse supportersvereniging die nauwe banden onderhoudt met de Duitse voetbalclub Sankt Pauli in Hamburg. Boones vrouw verdenkt hem van overspel, vrouwenhandel misschien wel, het zaakje stinkt, kan Thomése daar niet iets mee? Die vrouw van Boone, dat is trouwens Birgit, dezelfde ja, die van vroeger. Het onbereikbare meisje met de hypnotiserend bewegende billen, in de cafetaria die blauw stond van de frikadellendampen en zweterige jongensverlangens.Natuurlijk nooit doen, teruggaan naar vroeger, denken dat er nog iets binnengevist kan worden van wat ook destijds al onhaalbaar was - maar het is tevens een buitenkans. Thomése belt J. Kessels , die heeft er oren naar, en met Bertje op de achterbank van de Toyota Kamikaze tuffen ze even later zowaar naar Hamburg, niet omdat ze werkelijk verwachten dat ze dit smoezelige klusje zullen klaren, want het doel is onbelangrijk, al laten ze dat de fanatiekeling op de achterbank niet met zoveel woorden weten. Waar het om gaat, is weer eens onvindbaar zijn, on the road, met de muziek uit Kessels ' collectie op volle sterkte, rookwaar binnen handbereik, en in alle vroegte genieten van koteletten met koffie in een godvergeten Raststätte langs de authentiek ongezellige Autobahn. Geen gezeur onderweg over een strategie, we zien wel waar we stranden. Er zijn namelijk twee soorten zinloosheid: de grauwe die immer voorhanden is, en waar je naar kunt zitten staren in je eigen huis waar je alles stomvervelend piekfijn op orde hebt; en de magische. Dat is die van de omtrekkende beweging: je gaat er op uit, en je vindt niks - weet je tevoren ook wel- maar samen kun je er nog iets van máken. Die

Autobahn is, met een beetje goede wil, zoiets als de highway, het Ruhrgebied is net Detroit, Thomése denkt aan Bruno Ganz en Dennis Hopper in de Hamburgse filmklassieker Der amerikanische Freund. En de hologige nachtvlinders die je een parkeergarage in lokken om je tot ongehoorde vunzigheden te verleiden, in zwoel Duits, dat is nou niet direct de vervulling van een jarenlang sluimerende wens. Alleen heb je wél iets om over te praten, straks, als je weer samen in de brik terug toert, naar de gare zompigheid die werkelijkheid heet. Een schrijver wordt uit zijn werkkamer getrokken, blaast de verwaaide cafetaria-genoegens weer aan, vindt met zijn kornuit in het stadion van Sankt Pauli de vermiste zakenman, en ze nemen de gast mee terug - maar hola, wat ligt daar in de kofferbak te stinken, wie heeft die behaarde Turk in wie geen sprankje leven meer zit, achter in de Toyota Kamikaze gedropt?Een lijk, dat rijdt een tikkie minder luchtig terug. De schrijver zit ineens in een Krimi die om actie vraagt, iets wat Kessels en hij altijd zo vakkundig konden omzeilen. Het zootje rijdt boerend en windend naar Breda, om meneer Boone af te leveren bij Birgit, maar hoe dit karweitje zodanig af te handelen dat er een verhaal van kan worden gebakken, de soundtrack van de weldadige droefenis, walmend van verwachtingen en verlangens tot die zo gegaard zijn als de frikadellen van weleer?BB, Birgit de Braaij, ze is er nog, en er staat zelfs een jukebox in haar Bredase rijtjeshuis. Dat is erg, al is het ergste niet dat ze ouder is geworden, zoiets houd je toch niet tegen. Maar ze heeft haar menneke Thomése gemist, ze wil zijn boeken door hem laten signaleren, terwijl ze de frituur in haar keuken laat spetteren, en ze heeft ook een dochter, Priscilla, en díe heeft haar strakke kont geërfd. Hoogst verwarrend. Toen Birgit onbereikbaar was, kon P.F. het op een dromen zetten. Maar nu ze bij hem op schoot kruipt, weet hij niet waar hij moet kijken. By the way, waar laten ze die pooier die in de kofferbak ligt, het morsdode bewijs dat je het verleden alleen in de beschutting van de herinnering kunt laten ontbotten tot bittere nostalgie, en dat je dat nooit in je ouwe auto achterna moet karren?Texas zoeken in Hamburg, begin er niet aan. Maar het is veel te laat. Het heeft al tot een oliedom, kansloos en insmerig avontuur geleid. Maar het verháál jongen, J. Kessels : The novel, dat wordt een evergreen, de bonus-track bij de Greatest Hits. Schrijver en titelheld verdienen een landelijke signaleersessie, waarbij ze onderweg de cafetaria Van Vroeger gaan terugzoeken. Altijd onderweg. Want er zijn twee soorten zinloosheid.


Bron: http://www.volkskrant.nl/recensies/j-kessels-the-novel~a3855139/ 

Reacties

Populaire posts van deze blog

''Schuld'' door Walter van den Berg

''Muidhond'' door Inge Schilperoord

''De Aanslag'' door Harry Mulisch